Op het moment dat de pup bij u in huis komt is de pup volop bezig zich te ontwikkelen. U speelt een hele belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van uw pup.Wat de pup van u leert is van grote invloed op zijn latere gedrag en het plezier dat u samen zult beleven. Wij beschrijven hier kort wat uw pup in deze ontwikkelingsfases meemaakt.
Fase | Leeftijd |
Neonatale fase | 0-2 weken |
Overgangsfase | 2-3 weken |
Eerste socialisatiefase | 3-12 weken |
Tweede socialisatiefase | 3-6 maanden |
Puberteit | vanaf 6 maanden |
Neonatale fase 0-2 weken In deze fase is de pup geheel afhankelijk van zijn moeder. Het belangrijkste is nu drinken en warm blijven.
Overgangsfase 2-3 weken De zintuigen en motorische vaardigheden ontwikkelen snel. De pup begint te zien, te ruiken, te horen en te proeven. In het begin van deze fase kruipt de pup rond,maar begint snel te lopen en te kwispelen met zijn staart.
Eerste socialisatiefase 3-12 weken De zintuigen zijn nu volledig ontwikkeld en motorisch gaat alles steeds makkelijker. De eerste melktandjes komen door. Deze fase wordt vaak gezien als de belangrijkste fase van de pup. In deze periode moet de pup zoveel mogelijk (positieve) contacten opdoen. De pup heeft instinctmatig gedrag, maar de positieve contacten die de pup opdoet zullen zorgen voor versterking en instandhouding van het gedrag. Laat de pup met zoveel mogelijk mensen, dieren (uw pup is nog niet volledig evaccineerd dus ben wel voorzichtig met andere dieren) en dingen kennismaken. Denk hierbij ook aan: openbaar vervoer, kinderen, restaurant, stofzuiger, wasmachine,dierenarts, winkelcentrum, lift enz. Zorg ervoor dat de pup voldoende rust en slaap krijgt om deze nieuwe indrukken te verwerken.
Tweede socialisatiefase 3-6 maanden In deze fase kan de pup angstig reageren op uiteenlopende-, maar meestal nieuwe situaties. Op eenmaal aangeleerde positieve situaties reageert de pup vaak niet angstig meer. Daarom is het belangrijk om in de eerste socialisatiefase de pup zoveel mogelijk positieve ervaringen op te laten doen. Zorg ervoor dat u het angstige gedrag niet bevestigt en probeer het zoveel mogelijk te negeren.
Puberteit vanaf 6 maanden
De angst is vaak verdwenen en maakt plaats voor ongehoorzaamheid. Commando’s die hij altijd braaf heeft opgevolgd lijken ineens vergeten. De jonge hond probeert hogerop in rangorde te komen en wel het liefst op de plek van de baas. Dit is voor een jonge hond heel natuurlijk gedrag. Probeer niet onnodig boos te worden en blijf zijn goede gedrag belonen. Maar blijf bovenal consequent! Wat eens mag, mag altijd en wat niet mag, mag nooit! Met vriendelijk en consequent handelen, helpt u uw hond door deze moeilijke periode heen en blijft hij u als baas zien.
Loopsheid De meeste honden bereiken tijdens de puberteit hun seksuele volwassenheid. Teefjes worden binnen deze periode voor het eerst loops; de leeftijd varieert tussen 6 en 15 maanden. De loopsheid duurt ongeveer 3 weken en vindt eens in de 6 á 7 maanden plaats. In de periode van loopsheid ruikt de teef aantrekkelijk voor reuen en kan de teef erg ongehoorzaam zijn. Houd uw loopse teef dus aan de lijn.
Honden zweten niet Een hond zweet niet zoals een mens of een paard. Een hond verliest warmte via zijn tong, door te hijgen en via zijn voetzolen. Houd hier op warme dagen rekening mee en zorg voor voldoende verkoeling.
Het gebit van uw hond
Wisselen Tussen de 3 en 6 weken breken de melktanden door. Op het moment dat de pup bij u thuis komt (rond de 8 weken) heeft de pup 28 vlijmscherpe melktanden/kiezen. Dit merkt u direct bij de geringste aanraking. Tussen 4,5-5 maanden maken de melktanden plaats voor de blijvende tanden en de melktanden lossen langzaam op. Blijvende tanden zijn vergeleken met de melktanden groter en stomper van vorm.
Weetje: 4 op de 5 honden ouder dan 3 jaar heeft gebitsproblemen
Controleer tijdens de periode van wisselen regelmatig of het wisselen goed verloopt. Dit betekent dat de melktanden ook daadwerkelijk plaats gemaakt hebben voor de blijvende tanden. Wanneer er nog melktanden naast de al doorgekomen blijvende tanden zitten, moet u deze door de dierenarts laten verwijderen. Vooral bij de hoektanden komt dit nog wel eens voor. Na ongeveer 8 maanden is het hele gebit gewisseld.
Pas op met wilde spelletjes Net zoals bij het bewegingsapparaat van uw pup, waar kraakbeen langzaam plaats maakt voor bot, is bij de tanden een vergelijkbaar proces gaande. Het gebit heeft een laag glazuur en een dun laagje tandbeen. Tot een leeftijd van 1,5 à 2 jaar neemt het tandbeen toe en is het gebit op zijn sterkst. Tot deze leeftijd moet u het gebit van uw jonge hond ontlasten en oppassen met bijvoorbeeld wilde trekspelletjes.
Hoe houd je een hondengebit schoon? Er zijn tal van verschillende producten op de markt die helpen om het gebit van uw pup schoon te houden. Tandenpoetsen blijft echter de beste manier. Laat de pup hier al jong en op een leuke manier aan wennen. Bijvoorbeeld door iets lekkers op de tandenborstel te smeren. Er zijn smakelijke hondentandpasta’s te koop. Begin met het poetsen van de voorste tanden en bouw het tandenpoetsen rustig op. Luisteren
Tijdens de socialisatiefase komt de pup bij u wonen. Naast het socialiseren en het laten ervaren van zoveel mogelijke positieve ervaringen wilt u natuurlijk ook dat de pup naar u (en uw gezinsleden) luistert. Tijdens het opvoeden is het heel belangrijk om consequent te zijn en te blijven. Bij meerdere gezinsleden zult u ervoor moeten zorgen dat iedereen dezelfde regels hanteert. Bepaal met het gezin de spelregels Maak een lijstje met wat de pup wel en niet mag; nu en de rest van zijn leven. Leer de hond alleen doen wat ook mag als hij groter is.
Een Duitse dog pup op schoot is leuk maar wat als hij volwassen is? Hetzelfde geldt voor het tegen je op springen, nu de pup klein is lijkt het leuk, maar wat als hij volwassen is en uit een vieze sloot komt of een klein kind wil begroeten?
Middelen die het opvoeden makkelijker maken: • Stem: hoog om te belonen en laag om te bestraffen. • Handen: helpen bij commando’s, belonen, spelen. • Halsband en riem: om controle te houden en te corrigeren. • Iets lekkers: als beloning. • Speeltje: als beloning. • Bench: veilige plek om controle te houden.
De kracht van herhaling Pups leren door middel van herhaling. Dit betekent dat wanneer de pup verschillende keren dezelfde ervaring opdoet, hij situaties/commando’s gaat herkennen en onthouden. U zult zien dat de pup in huis al snel goed oplet en komt als u hem roept. Maar luistert de pup ook op het moment dat hij kan kiezen tussen u, een andere hond of een modderplas? Waarschijnlijk niet. U moet er dus voor zorgen dat u de allerleukste en het belangrijkste voor uw pup bent. En ook dit moet geleerd worden. Als u iets maar één keer oefent, zal hij het weer vergeten. U zult dus consequent moeten zijn en herhalen, herhalen en herhalen. Hierbij is het belonen van gewenst gedrag de beste manier om een hond dingen aan te leren.
Puppycursus Een puppycursus is een waardevolle aanvulling bij de opvoeding van uw pup en de meeste pupeigenaren vinden het ontzettend leuk. Een ideale manier om de basisbeginselen zoals; zitten, liggen, niet trekken aan de lijn, opletten, terug komen enz. te leren. Het aanbod van puppycursussen is groot.
Zindelijkheid Uw pup zindelijk maken hoort ook bij de opvoeding. De dweil zult u vaker dan normaal nodig hebben en uw geduld zal wel eens opraken. Laat de moed niet zakken en houd vol! Til de pup in het begin rustig op en ga ermee naar buiten. Laat de pup uit waar u wilt dat hij zijn behoefte gaat doen. Doe dit: • Om de één á twee uur; • Zodra hij wakker is; • Nadat hij gespeeld heeft; • Na het eten; • Bij langdurig snuffelen of rondjes draaien op een zelfde plek. Ongetwijfeld gebeuren er ondanks het uitlaten ongelukjes. Het heeft geen zin om uw pup met zijn neus door zijn poep of plas te halen. Het enige resultaat is dat de pup bang van u wordt. Beloon de pup telkens als hij zijn behoefte op de juiste plek heeft gedaan. Dit belonen kan met een hoge vrolijke stem of door kort met hem te spelen. Leer de pup ook om op andere plekken zijn behoefte te doen.
De halsband Pups moeten aan het gevoel van een halsband wennen. In het begin is een halsband vreemd en vervelend. Zorg voor een goed passende riem; de riem mag niet te strak zitten maar ook niet over de kop kunnen. Laat de eerste tijd ook in huis de halsband om dan went de pup er het snelst aan. Aan de riem Het lopen aan de riem gaat vaak niet vanzelf. Als de pup niet mee wil lopen, trek hem dan niet mee! Beloon hem in het begin zodra de pup een paar pasjes zet. Blijft de pup zitten, roep hem dan en beloon als hij komt. Trekken aan de lijn Veel honden trekken aan de lijn. Een pup trekt niet uit instinct. Wij hebben ze dat geleerd. Maar hoe voorkom je dit? Ze leren doordat ze een prettige ervaring hebben gehad, bijvoorbeeld: u bent net een blokje om geweest en komt terug via de achtertuin waar een bekende in de tuin bezig is. De pup ziet hem en wil er naar toe rennen maar wordt gestopt door de lijn. U loopt door en de pup kan weer verder rennen en komt de lijn weer tegen. Nu al heeft de pup geleerd dat het trekken aan de lijn er voor zorgt dat hij daar komt waar hij graag naar toe wil. U moet dit zien te voorkomen door stil te blijven staan en te blijven wachten totdat de pup naar u toe komt. Op dat moment loopt u weer verder. Bewegen Tijdens de groeifase van uw pup bestaat het bewegingsapparaat voor een groot deel uit kraakbeen. De pup is dan nog erg kwetsbaar. Een verkeerde- of overbelasting kan botafzetting op verkeerde plaatsen, losse kraakbeenstukjes en heupdysplasie tot gevolg hebben. Verkeerde voeding tijdens de groeifase vergroot het risico op bovenstaande aandoeningen.
Lengte wandeling Over de hoeveelheid en de mate van beweging bestaan een heleboel opvattingen. Vaker kleine stukjes wandelen met een jonge hond is beter dan één lange wandeling. Als leidraad geldt 5 minuten maal de leeftijd in maanden. Een pup van 4 maanden mag dus maximaal een wandeling van 5x4 = 20 minuten aan een stuk maken. Spelen Andere honden zijn voor de pup vaak eerst even eng, maar als ze eenmaal de smaak te pakken krijgen dan spelen de meeste pups graag. Het is ook goed voor de sociale ontwikkeling. De pup leert communiceren met andere honden, hoe kan/mag hij handelen en hoe kan hij eventuele problemen weer oplossen. Maar als u een jonge hond hierin niet remt, gaan ze langer door dan goed voor ze is. De pup kan er letterlijk uitgeteld bij neervallen. U moet de pup hiervoor beschermen en op tijd het spel stoppen. Wanneer er andere dieren in huis zijn waar de pup mee kan spelen, laat ze dan niet alleen in één ruimte. Zorg dat u de controle over het spel kunt houden. Draven naast de fiets Draven naast de fiets is een hele goede beweging maar niet voordat de hond uitgegroeid is. De hond groeit tot en met de juniorfase.
Traplopen en springen Ook hiervoor geldt, doe dit niet voordat de hond uitgegroeid is. Traplopen en ergens op of af springen of in en uit de auto zijn piekbelastingen waar het jonge gestel nog niet goed tegen kan.
Enten Net als kleine kinderen kun je jonge honden laten enten tegen de meest voorkomende hondenziektes. Door te enten zorg je ervoor dat het lichaam van de pup afweercellen en –stoffen aanmaakt. Op het moment dat de pup met een ziekte waartegen hij ingeënt is, in aanraking komt, herkent het lichaam dit. De afweercellen en –stoffen reageren direct en voorkomen dat uw pup ziek wordt. De meest voorkomende ziekten waartegen ingeënt kan worden zijn: hondenziekte, Parvo, HCC (aandoening aan de lever), Rabiës (hondsdolheid), kennelhoest en de ziekte van Weil. Vraag uw dierenarts naar het inentingsschema voor uw pup.
Wormen, vlooien en teken WORMEN Rondwormen Bijna elke pup raakt besmet met wormen. De spoelworm de meest voorkomende rondworm. Drachtige teven kunnen hun pups in de baarmoeder al besmetten. Na de geboorte gaat deze besmetting verder via de moedermelk. De pups raken besmet met de larve. Deze larve heeft ongeveer twee weken nodig om zich te ontwikkelen tot een volwassen worm. Daarom worden pups al vanaf 2 weken oud ontwormd. De pup kan ook besmet raken door een tussengastheer (zoals knaagdieren en vogels) en in het park of bos door besmette uitwerpselen van andere dieren. Lintwormen Lintwormen worden altijd overgedragen door een tussengastheer zoals knaagdieren en vlooien. Om herinfectie te voorkomen, is naast het ontwormen, het bestrijden van vlooien dus erg belangrijk.
Verhoogd risico op het krijgen van wormen: • Honden die in aanraking kunnen komen met knaagdieren (ongedierte), slakken, rauwe vis en rauw vlees, waaronder ook ingewanden. • Honden in kennels, honden die buiten leven of samenleven met andere honden of katten, zwerfdieren en jachthonden. • Honden die leven in of reizen naar bepaalde gebieden (vakantie of nieuwe eigenaar, pension, show of onderzoek).
Kinderen en volwassenen kunnen ook door de pup besmet raken met wormen. Vaak wordt deze besmetting niet opgemerkt en blijft het bij vage klachten. Let dus op goede hygiëne en preventie. Er zijn verschillende soorten ontwormmiddelen op de markt verkrijgbaar maar niet alle middelen werken even lang en effectief. Vraag uw dierenarts om advies. Vlooien Vlooien, ze komen nooit alleen, ze bijten en jeuken, planten zich razendsnel voort en zijn één van de meest voorkomende parasieten bij de hond. Ze kunnen de hond besmetten met lintworm, ook zien we steeds vaker huidklachten die te wijten zijn aan de vlo zoals vlooienallergie. Nadat een vrouwelijke vlo op uw pup gesprongen is, legt zij na 1 à 2 dagen al de eerste eitjes. Deze eitjes legt de vlo op de huid en in de vacht (maar ook in uw tapijt en in kieren). Eén vrouwelijke vlo kan meer dan 100 eitjes per dag produceren. Na 3 tot 4 weken is het eitje een volwassen vlo geworden.
Teken Ze liggen al op de loer. In het gras, bladeren, struiken en bomen wachten ze totdat er een geschikte gastheer langs komt. Deze gastheer kan u, maar ook uw hond zijn. Op dat moment laten ze zich vallen en grijpen ze zich vast. Ze kruipen over de huid op zoek naar een bloedvat en bijten zich vast. Teken kunnen erg gevaarlijk zijn en verschillende ziektes overbrengen. Eén van de bekendste zieke is de ziekte van Lyme, die honden ook kunnen krijgen. Controleer uw hond dus na elke wandeling en verwijder teken op tijd. Ook zijn er tekenmiddelen verkrijgbaar ter preventie.